De invloeden van het weer op bomen - Praktijk Centrum Bomen

Blog

De invloeden van het weer op bomen

In het bos tussen de andere bomen is het klimaat vaak minder extreem dan wanneer de boom in een dorp of stad staat. Daarnaast staat de boom ook in verharding, wat de groeiplaatsomstandigheid alleen maar nadelig beïnvloedt. Deze stresssituatie, samen met de weersinvloeden zijn vaak bron van aantastingen en groeistoornissen.

Vorstschade

Niet alle boomsoorten zijn even gevoelig voor vorst. Dat is een belangrijk gegeven bij de boomkeuze en inrichting van de standplaats. Vorstscheuren komen vooral voor bij vrijstaande bomen met een stamdiameter tussen de 20 en 40 centimeter. Bomen die gevoeliger zij voor vorstscheuren zijn: de iep, tamme kastanje, eik en esdoorn.
Vorstscheuren ontstaan bij een plotselinge temperatuurdaling. Het spinthout, dat relatief veel vocht bevat, krimpt veel sneller dan de binnenste houtdelen. Ze treden op aan de zuidzijde en onderste deel van de boomstam. Dit is niet erg schadelijk voor de boom als het niet elk jaar in dezelfde hevige mate optreedt. De scheuren zijn daarentegen wel infectiebronnen voor schimmels en bacteriën.
Late voorjaarsnachtvorst heeft meestal alleen tot gevolg dat de sierwaarde vermindert door bevriezing van het blad. In de fruitteelt kan dit grotere gevolgen hebben als de bloesem beschadigd raakt.

Zonnebrand

De gevolgen van zonnebrand op de bast is met name bij de beuk een groot risico. Ook de esdoorn, haagbeuk en jonge paardenkastanje zijn hier gevoelig voor. Daarnaast kennen we bladnecrose bij onder andere de esdoorn en linde.
Zonnebrand is het direct beschadigen van het cambium en andere levende cellen van de stam onder inwerking van de zon. Hierdoor scheurt de bast open en valt er later af. Dit komt voor bij bomen met een dunne bast en bomen die plotseling worden blootgesteld aan direct zonlicht.
Bladnecrose wordt veroorzaakt doordat het bladmoes oververhit raakt. Dit komt veel voor bij boomsoorten met dunne bladeren of bij bontbladige.

Watergebrek

Het is iedereen wellicht bekend dat bomen met grote en dunne bladeren eerder last hebben van watergebrek dan bomen met leerachtige bladeren of naaldbomen. Niet alleen de boomsoort is van invloed op droogte, maar ook de standplaats heeft een grote invloed op een periode van droogte.
Het gevolg van watergebrek is verdorring en verwelking van het blad, of vergeling en afstoting van een gedeelte van de bladmassa. Afhankelijk van de de duur en mate van droogtestress verloopt dit proces tot in de kroon.

Blikseminslag

Elke boom kan worden getroffen door de bliksem. Opvallend is dat de beuk zelden wordt getroffen, maar een eik veel vaker.
Op het moment dat een boom door de bliksem wordt getroffen, loopt er meestal een elektronenstroom net onder de schors langs de bast naar beneden. Door de energie verdampen de sappen in de boom gedeeltelijk. Dit resulteert in een explosie die de schors van de boom stript, enkele centimeters breed en langs de hele lengte van de stam. Soms loopt de stroom meer centraal door de stam en blijft er van de boom niet veel meer over.
De gevolgen van een oppervlakkige inslag zijn vaak beperkt. De boom kan de schade overgroeien met wondovergroeiingweefsel. Belangrijk voor de boom is dat er geen infecties ontstaan door schimmels of bacteriën.

Wilt u meer weten hoe u bomen beschermt tegen weersinvloeden? Neem een kijkje bij ons trainingsaanbod of neem contact met ons op.

Schrijf een reactie op dit bericht