Bomen en het weer
Bomen staan in weer en wind. En zoals het spreekwoord zegt: Hoge bomen vangen veel wind. Ze blijken echter ook invloed op het klimaat te hebben. Bomen zorgen niet alleen voor schaduw, maar zijn ook windvangers en breken de wind. Zo ligt een weg achter een lage bomenrij in de luwte. Daarnaast zijn bomen plaatsen waar neerslag verzameld en verdeeld wordt. Bovendien nemen ze vocht op en zorgen ze voor verdamping. Als bomen in het blad zitten, dan verdampen ze veel water. Dat is vooral bij alleenstaande bomen het geval. Daardoor is het in de buurt van een boom koeler.
Zwaar
Door het weer hebben bomen het ook zwaar te verduren. Scheve bomen hebben vaak te maken met een overheersend windklimaat. Bij een storm waaien dan wel dode takken uit bomen, maar is het een zware storm dan zorgt dat regelmatig voor een kaalslag. Zo werden tijdens de storm Kyrill in januari 2007 vooral Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk zwaar getroffen. België en de Ardennen hadden ook met enorme stormschade in de bossen te maken. Zo bleken alleen al in Duitsland, waar in het bergland windstoten van 200 kilometer per uur waren, vijftig miljoen bomen te zijn omgewaaid. De schade in heel Europa bedroeg volgens verzekeraars miljarden euro’s! Echter, de schade zou vele malen hoger zijn uitgevallen als er niet was gewaarschuwd. Nog een zware storm eind jaren 90. Tijdens de storm van 3 december 1999 zijn er in Denemarken volgens de Nationale Deense Meteo zes miljoen bomen omgevallen.
Slachtoffer
Bomen zijn ook het slachtoffer bij droogte of blikseminslag. Een loofboom verliest bij zo’n inslag zelfs zijn schors. Naaldbomen versplinteren dan. Bliksem verhit namelijk de sapstroom. Die stromen liggen bij een naaldboom dieper in de stam dan bij een loofboom. In de wintertijd kan ijzel bomen zodanig beschadigen, dat het lang zichtbaar blijft.
Afkoeling
Tijdens extreem lange hitteperioden blijken bossen het best de omgeving te kunnen afkoelen. Wanneer de hitte toeslaat, stijgt in eerste instantie de temperatuur rond bossen. Bomen verdampen namelijk minder vocht dan lage vegetatie. Echter, gedurende lange hittegolven zorgen bossen juist voor afkoeling. Dat komt omdat bomen veel langer kunnen doorgaan met verdampen. Bij gras verdwijnt juist het verkoelende effect tijdens een lange hittegolf. Dit is gebleken uit een analyse van meerjarige metingen op tientallen Europese locaties. Dit onderzoek toont aan dat de verdamping van bossen bij sterke hittegolven nauwelijks toeneemt. De extra stralingsenergie die bij warme omstandigheden en een strakblauwe hemele beschikbaar is, wordt nagenoeg volledig gebruikt om de lucht op te warmen. Lees hier het volledige artikel van het KNMI ‘Bos dempt hittegolf op lange termijn’.
Verkleuren
Weersomstandigheden hebben ook grote invloed op verkleuring van het blad. Het blad krijgt in het najaar steeds minder zon. Daardoor en door lagere temperaturen vermindert de productie van bladgroenkleurstoffen. Bij afbraak van die stoffen vindt er verkleuring plaats. Vervolgens begint de aanmaak van een kurkachtige stof die ervoor zorgt dat de bladsteel van de tak afgesloten wordt.
Voorbereiden
Door die stof kan uiteindelijk ook het bladsteeltje gemakkelijk van de tak breken. Zo bereiden bomen in een gematigd klimaat zich op de winter voor. In de boom is er tijdens vorst namelijk geen watertransport meer en dan zouden de bladeren verdorren. Loofbomen verliezen daarom in het najaar hun bladeren. Najaarsstormen zorgen ervoor dat de meeste bladeren vallen. Als de winter is afgelopen, reageren bomen direct op de hogere temperatuur en dan met name als de grond opwarmt. De druk van de sapstroom in de wortels stijgt dan, waardoor het water naar takken en twijgen wordt gepompt. Zo kunnen de bomen weer uitlopen.
Bron: http://www.kennislink.nl/publicaties/bomen-over-het-weer